Twee halve gezichten heb ik.
Twee halve gezichten.
Doe wat je Vader zegt,
zegt de sleutelhanger,
en je zult veilig zijn.
En het lege slakkenhuis?
Het schimmelende brood?
Het doosje condooms?
Het muizengif? Het jankende
feestmasker aan de muur?
De blakende sinaasappel
op het dressoir? Het kammetje
van het merk Unbreakable?
Haar handschoenen…
Door aanhuwen werd ik verdoopt
zoals mijn moeder en haar moeder
andermans naam gingen dragen.
Ik leef met de naam, lig erop, hang
hem over mijn schouders, verleid
hem zich thuis te voelen. Rolde na
voortdurend haken hem bollend heen
en terug. Voor het andere deel
van mij nam ik hem aan en nu siert
hij als tatoeage bundels in de kast…