Linker neusgat dicht,
oor vol fluitgeluid
en op mijn hoofd hamert
een kingsize heikraan
wijl ijzervijlsel mijn keel schuurt.
Het brood is op, en de honing,
en er is nog één aspirientje.
Als ik stil blijf liggen,
voel ik amper
de nachtelijke kuitkramp
en elke wervel in mijn rug
creëert torturen die blijven duren.
Maar het brood is op,…
De winkelwagens tot de rand gevuld
We willen Zijn geboortedag herdenken
Dat doen we middels kostbare geschenken
Ook wordt er weer gezopen en gesmuld
Voltallige families rond de dis
Alsof er hier geen influenza is…
Ze sloop die nacht naar binnen
door het openstaande raam
en kuste me hartstochtelijk
van kruin tot aan mijn zolen
Ik lag een week in bed met haar
en deelde in haar faam
waarna ze weer vertrok
om bij een ander rond te dolen
Ze heette Influenza
en had haast mijn hart gestolen…