de dag strekt zich voor ons uit
als een veld met mijnen
de booby-trap wordt ook verwacht
links staan de schutters
met meedogenloze bril
rechts ziet men de jagers
met algemeen janhagel
de scherprechter drinkt
er tussenin zijn vitriool
maar bloemen zijn er ook
een grote bos doornroosjes
hendrik…
water van de goot
maakt een put in de steen maar dat is ook Uw droefenis
Gij zijt herworden onder ons
gepijnigde Harlekijn Uw Moeder een schreien geschokte
slons
Wij kunnen slechts zien een God gelijk een Harlekijn
onze tijd is zo zat van leed en van pijn
Uw laatste menswording is voor het janhagel…
Buiten poorten der idylle
zamelde zich reeds het volk,
uiteenlopend in rang en stand,
jan en alleman waren
de weergoden ter wille
Een dokterszoon, een querulant
een dominee aan hem verwant
en niet veel later arriveert
janhagel op de bicycletten
Maar alras vermeit men zich
bij kramen waar de kunstenaars
de pottenbakkers en bekwame…