Verkaveld onder ‘t lage wolkendek
tot in de verste uithoek ingemeten
door paal en perk uiteengereten:
de delta
Hier ligt becijferd en beschreven
in meters, aren en hectaren
met hypotheken die ‘t perceel bezwaren:
het eigendom.
Alleen de wind heeft men nog niet gevangen
en ook de regen kent uw grenzen niet,
de vogels die in ‘t luchtruim…
ik kan het niet plaatsen, het gehucht
dat in mij woont me geselt met
lege kamers en onderverhuurde
stallen, de straat verzonken
in een diep gelegen spoor
het voedt de woorden in mijn mond,
beweegt als een kadaster uitgemeten
van hoek naar hoek, de lens bespiedt
mijn lichaam en leunt op het trefpunt
waar het stigma lange zinnen schrijft…
allerwegen tafels in
beweging asbakken geleegd
ze wil hem snoeren helemaal
de lucht is heel bezonnen
op klaarlichte dag gaat zijn raad
naar de filistijnen de bezwering
van samen terug kent ze nu niet meer
waarom toch alles verloren de
stomme goeroe spreekt niet meer
vertrokken naar de zwijgers
van het vaderland van mooi meneer
op het kadaster…