Een loner jong- en vrijgezel
die droomt van vrij en vrijen en wel snel
staat met een boner dag en nacht te gluren
want pal naast hem bij de buren
woont en wacht een gezelin die zijn gemoed
en elk zijn vezel gloeiend groeien doet
Het mooiste ezelinnengoed van heel het dorp
ligt hem en dat maar op een steenworp
toe te pronken vanuit haar…
Als ik vermoeid met lede ogen
ietwat verwaasd zicht wil volgen
achter zich de kim verzadigd zucht
voel ik opgekomen mededogen
voor een boompje door eenzaamheid verzwolgen
vermist onder verdwaasde wolkenlucht
de weide vlakte roept en wenkt mij
dichterbij en smeekt om hulp
er naast te gaan de eenling bij te staan
het kleine ding beweegt…