gaan langs de beek
door zon beschenen
en verwarmd
blootsvoets over groen
de dauw nog niet verdampt
over glooiende heuvels
net als jij
je blos schenkt mij moed
hier op open veld
onze eerste zoen
zachte bries was getuige
je bloesem ontsproot voor mij
verblindende schoonheid
nam mij het licht
elkaars zoete adem
deed ons meezweven…
Een geheime levensgeschiedenis
van
verzinken rondtasten en voortdrijven
altoos zoeken naar de zee
willoos meezweven met alle winden
verliest zich
in een vluchtige spiegel
waar
lege weiden
gekrulde bosranden
om een kleine torenspits
bol glanzend doorheen glijden
reine artsenij
uit de oudste tijden
geeft de aarde haar voeding
die
zacht…
In de geribbelde bladerkruin zuchten
zachte stemmen vol lokkende dwaalgeest:
"Meezweven naar einders? Standplaats ontvluchten?"
Deze klanken, door het lover gevreesd,
én gekoesterd als heilzame vruchten,
houden binnen mensenoren een oogstfeest.…
omringd door zachte blauwe schemer
dolen vele groepjes mensen rond
zoeken en treffen elkaar dikwijls
volgen na enige raad weer hun eigen weg
soms komen ze met zijn allen bijeen
in een groot vergaderpaleis
waarbij ieders speurende gedachten
plotseling oplichten om daarna
spoedig te verijlen in dubbend duister
al deze denkbeelden mogen meezweven…