evenzogoed heel graag gezien
haar hakjes - klikklak monogaam in hun geluid -
gehoord nog voor ze langs
de randen van bewustzijn loopt
uitgerekend nu
uiteraard geen mens die er aan denkt
een blik waardig gunnen is
de bodem van fatsoen verkennen, maar
stiekem leeft er de nieuwsgierigheid van op
wauw...
kruipt uit de ogen van verlangen…
“Kom maar” vulde ik gretig in
Maar de wens verfde de droom
In gebroken wit, ik tuimelde er midden in
Een fata morgana, een pop van chroom
Die ik nu nog schandelijk, schadelijk bemin
Zo leg ik gulzige woorden op jouw tong
Kom maar, nader, blijf
Het was toen het bloed kolkte en zong
Het was bluf toen ik zei
Ik lust je rauw en lauw, mijn moordwijf…
Als een gek bonkt mijn hart,
jaagt het bloed door mijn lijf ,
mijn allerliefste schat,
ik vind jou echt een “moordwijf”.
Laat ons nu genieten
heel even alleen bij elkaar,
dit cadeautje van tijd,
voor ons twee samen, zomaar.…