inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 5.564):

Blufpoker

Je was te vroeg gestrand.
Achterover leunend, hand woelend in haar,
Stond je gelijmd aan de wand.
Ik zag hierin een wenkend gebaar.

“Kom maar” vulde ik gretig in
Maar de wens verfde de droom
In gebroken wit, ik tuimelde er midden in
Een fata morgana, een pop van chroom
Die ik nu nog schandelijk, schadelijk bemin

Zo leg ik gulzige woorden op jouw tong
Kom maar, nader, blijf
Het was toen het bloed kolkte en zong
Het was bluf toen ik zei
Ik lust je rauw en lauw, mijn moordwijf
En jij in pantervacht van de kast sprong.

Schrijver: Wim Veen, 24 september 2004


Geplaatst in de categorie: liefde

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 814

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)