Ze lag daar
Ze lag daar in haar huid,
De zon gaf haar een gouden glans
Van koesterende zonnestralen,
Briesje koelde zonder geluid.
Een leeuwerik begroet de zomer,
Koeien herkauwen traag,
Uiers vullen zich gestaag,
Lage zwaluwen vliegen af en aan.
Als scheemring d’avond luidt,
Verovert stilte stad en land,
Kruipt zij in haar tweede huid.
Nog een korte stonde
En alles rondom haar vervaagt,
Is de rust hervonden.
Geplaatst in de categorie: jaargetijden