Eigen Erf
============
===================
moeder zei ooit
dat alles veilig was,
juist door al het gebid,
maar ik hoorde alleen het tikken
van vergeten geesten
en loeiende dieren
de muren stoven kalk
van oude generaties,
dood en onder,
ver onder de vloer
lag het kind
dat ik had moeten zijn.
de buitenwereld klopte
aan met moddervingers—
schoolrapporten, kalverliefde,
zo eerst en diep
een vader die rook
naar zweet en zware balen
ik tekende mezelf
in twee helften:
één die lachte,
één die ik gumde
met bijtend licht.
een gloeiende kachel:
tussen adem en herinnering
zat hoop.
en ik leerde langzaam
dat mijn lichaam
een huis is,
zonder sloten,
en dat de toekomst
binnenwandelt
zoals regen dat doet—
ongevraagd,
maar noodzakelijk.
===================
============
... In 1971 kocht mijn vader een oude boerderij, een lange ambitie en droom van hem, generaties van landarbeiders, eindelijk hogerop, eerlijk gezegd door het trouwen met mijn moeder, twee keuterboerderijtjes van twee families kwamen samen daarin, ik zeg niet dat hij trouwde om het geld, het was echte liefde, maar wel met een traumabinding, de één zonder vader, de ander zonder moeder grootgebracht.
Ik hoorde het huis kraken en de koeien loeien van het kalveren, ik vermeende geesten te horen en te zien, het was een overgangstijd van kind naar puber.
Mijn opa werd opgebaard in de woonkamer, was overleden door kanker, de luiken dicht.
Dieren werden afgebeuld, geslacht, verkocht voor een grijpstuiver.
Ik, als vermeend teer zieltje, wat natuurlijk belachelijk werd gevonden, moet het allemaal maar ondergaan en aan meewerken.
Ik heb het laatste stukje meegemaakt van de oude tijd: dat is varken slachten in oktober, inmaken van groente, kuilen van aardappels, worst maken, varkensvlees en spek als ontbijt, gortepap, kippen slachten, hond uit zijn lijden verlossen, vee dat raadselachtige ziektes had, gierputten, mest spreiden, enorme varkens, trekpaarden, kroontjespennen met inkt, kerk, incest, buitenhuis, buks, ongelukken, nergens over praten, maar werken is het gebod. Uiteindelijk is na al het hopeloos geploeter iedereen dood en ikzelf ook bijna. De erfenis is verspild en verwaterd. De dieren zijn allang vergaan, uiteindelijk begrijp ik het wel, min of meer.
Bedankt voor het trauma, zeg maar, maar wie is perfect? Ik zeker niet.
Ik heb nog steeds gemengde gevoelens, het komt allemaal terug en zit diep.
Ik had liever gehad dat we daar nooit naar verhuisd waren.
===================
De school is opvallend weinig veranderd, alleen grijs en groenig uitgeslagen. Waarschijnlijk zouden dit mijn kleinkinderen kunnen zijn, als ik mijn zaad geplant had als een bijbels stamhoofd. - Wat is er van mijn zaad geworden - is een vraag die soms bij iemand opkomt, maar niet bij iedereen. Al die bitches en jaren en woorden.
De woorden zijn meer particulier. Ze verwijzen naar een tijd van grenzeloze verwachting. Er lag nog zoveel voor je. Je huid, je hoofd, je leven was nog jong, plooibaar.
Je dacht dat de mensen voor eeuwig bleven wonen aan de straten waar je gedachteloos doorheen ging. Achter de gestalten van nieuwe bewoners zie je ze soms nog staan, je ouders, je tantes, je gekke opa.
Ik maak foto’s van de slaapkamer en zie het bed waarin we lagen, van het matras op de vloer, van de steile trap naar beneden. Om te bewaren. Het is voorbij. Het is gezien. Het is niet onopgemerkt gebleven.
===================
===================
Rivier In Herfstlicht (haiku)
Rivier in herfstlicht—
weet het blad niet dat het valt,
vallend in het nu.
===================
============ ...
Zie ook: https://www.gedichten.nl/schrijver/Simon+K.?begin=1
Schrijver: Simon K., 5 december 2025
Geplaatst in de categorie: tijd

Geef je reactie op deze inzending: