VOOR EEN PARADIJSVAARDER
poëzie
Veroorloof mij u nogmaals af te wijzen,
binnen de maat van een veracht sonnet:
de Schoonheid wreekt zich, want ik sterf van pret
om al uw kostloos bovenwerelds reizen.
Uw buitelingen tussen paradijzen
met als eindhaven toch een kleevrig bed -
moet men niet dom zijn, om zo nauwgezet
steeds weer een nieuw soort hemel aan te krijsen?…