39 resultaten.
Het kind dat wij waren
poëzie
3.0 met 104 stemmen
14.419 Wij leven 't heerlijkst in ons vérst verleden:
de rand van het domein van ons geheugen,
de leugen van de kindertijd, de leugen
van wat wij zouden doen en nimmer deden.
Tijd van tinnen soldaatjes en gebeden,
van moeder's nachtzoen en parfums in vleugen,
zuiverste bron van weemoed en verheugen,
verwondering en teerste vriendlijkheden…
De Katastrofe
poëzie
4.0 met 4 stemmen
1.566 Ik heb geen mens gekend die zich verachtte
zo vurig en zozeer, als deze alleen,
maar vriendlijk toch en trots bij de gedachte
te weten wat een andre onzeker scheen.
Zijn lijf verwaarlozend: zijn ziel verkrachtte
hij sedert lang – ziek, spotziek en gemeen,
leek hij tot voortleven nog juist bij machte.
‘Een steen rolt ook, en ‘k ben…
De Vrouw op mijn Schoorsteen
poëzie
3.0 met 5 stemmen
1.040 Mevrouw, ik groet u en uw hoed met pluimen.
Uw krullen vallen goed, u glimlacht wulps en teer:
tegen wie? tegen mij? of tegen een mijnheer
in droom, die langvoorheen de slaaf was van uw luimen?
'k Begrijp u zeer: men kan geen droom verzuimen
in uw bestaan, broos als een pauwenveer.
En toch, uw borsten van biscuit zijn meer en meer
als rotsen…
Ter uitnodiging
poëzie
4.0 met 5 stemmen
1.814 Volmaakte vreê van 't landelijke rusten:
een brief, een boek, en dan de grammofoon...
Het grasveld is geschoren, de einder schoon,
de vijver uitgediept, geregeld onze lusten.
De zwanen varen traagzaam langs de kusten,
Loh'ngrins onzeker van der Jonkvrouw' woon,
maar God woont hier met zijn papieren kroon,
en deze rust is een volmaakt berusten…
De zieke man
poëzie
4.0 met 17 stemmen
3.037 Nadat de zieke man,
zowat vier jaren door,
door iedereen was verwend geweest,
door iedereen zacht behandeld
en zacht was aangesproken, en
gewassen en in bed gelegd,
gekrabd, in bed gelegd, geraden,
gestreeld, gelaxeerd, in bed gelegd,
en iedereens zachte wil, vier jaren,
tot eigen heil had ondergaan -
daar sloot hij opééns
zijn kasten, laden…
Ik heb met eerbied
poëzie
3.0 met 7 stemmen
1.806 Ik heb met eerbied het portret
van Vader uit de lijst genomen,
waar zoveel stof was ingekomen,
en toen weer in de lijst gezet.…
P.P.C.
poëzie
4.0 met 9 stemmen
2.717 Vaarwel, Clary. Ik wens u geen geluk.
Zoiets klinkt dom, bij hen reeds die het menen.
Gij hebt u goed verkocht. Maak u niet druk
over de rest: want àlle mensen wenen.
Uw huis was klein. Uw heer heeft het vergroot.
De bron van zijn fortuin heet niet te stelpen.
Uw roem wordt groot en duurt wel tot zijn dood.
Uw ziel is klein. Ik kon het niet…
Mirliton
poëzie
4.0 met 6 stemmen
1.629 Mijn vriend, als weldra de ouderdom
ons onherstelbaar heeft verzuurd,
als onze leden goor en krom,
en enkel nog door jicht bestuurd,
verraden: 't Is gans uitgevuurd',
zullen wij dan met stille trom
verdwijnen, langs een achterbuurt,
mijn vriend?
Dit wacht de fraaiste bruidegom:
de hardste munt raakt afgeschuurd,
en dit karkas, door ons…
La véritable Manola
poëzie
3.0 met 9 stemmen
1.628 Zij blonk tussen haar blauwe haren
als een topaas uit diep fluweel;
een muziek van boze gitaren
scheen uit haar wezen op te varen
maar geen lach klonk ooit uit haar keel:
zij blonk. (Te goed voor een rondeel.)
Elke man wilde haar ervaren,
elke vrouw keek van weerzin scheel,
en haar glimlachje vol gevaren
was waarom boven dit Te-veel…
Somewhere
poëzie
3.0 met 9 stemmen
1.736 Misschien zijn wij nu vrienden, en misschien
zal morgen reeds alles vergeten zijn:
wat goedheid van je, meer dan ik verdien,
een koele bries, een korte medicijn.
Ik zal weer zijn dezelfde die ik was
vóór ik je kende, en toch, in dit moment,
wil ik geloven dat dit smal terras
de Wereld is, en zelfs der Wereld end.
Laat heden…
Leven is goed
poëzie
3.0 met 13 stemmen
2.664 'Leven is goed', en zijn wij tachtig jaar,
wij doen geen afstand van ons duur verleden,
koel is de schaduw van het leed geleden,
en zacht de wijsheid over 't oud misbaar.
Dan juist zij onze hemel glad en klaar,
een schoongewreven spiegel van dit heden,
lachend bij onze ruggelingse schreden,
naar welke zuidpool of welke evenaar?
Wij gaan…
Garoet bij Nacht
poëzie
3.0 met 11 stemmen
2.174 Drie palmen in het duister, drie palmen in de wind.
Gefluister, klein gefluister, klanken die men verzint.
De maan is door de wolken bedekt, bedekt: een schicht
treft, onder 't zwarte kolken, soms 't hele nachtgezicht.
Damars, ketapangbomen zijn angstig saamgeplet,
boven wat men hoort stromen, tot een kompakt boeket.
Daarachter zijn de…
FILTER 3
poëzie
3.0 met 6 stemmen
1.320 Die huizen zijn wel 't meeste schoon
waar Kristuskoppen op de muren
gladharig naar de zoldring turen,
de meid draagt er een doornenkroon.…
En u is criticus?
poëzie
3.0 met 9 stemmen
1.782 - En is u criticus? Ik ook! En kunstenaar
daarbij? Ik ook! Wat denkt u van de kunsten
in het vaderland? of elders... Veel misbaar
en anders niet, zegt u? Ik ook! De gunsten
der Muzen zijn voorzeker voor een andre tijd.
Doch... daar we moeten uitzien naar genezing;
vanwaar, vermoedt u? hoe luidt úwe lezing…
Begin van de lente
poëzie
3.0 met 3 stemmen
2.044 Dit wordt door iedereen de nieuwe lent geheten,
deze bezuiniging van elektriciteit.
Nu moet men vroeger opstaan, want de tijd
wordt kostbaar en bij zonlicht nagemeten.
Die nieuwe zon! gezondheid en jolijt!
het zoetste bed wordt kwelling voor ’t geweten,
om half acht heeft iedereen ontbeten,
om acht zijn zorgen in het vuur geleid.
Eerst als…
Twee Filmsirenen
poëzie
3.0 met 2 stemmen
620 Fatale fletsheid, die met klamme geuren
het witte zeil in iedre stand doorhangt,
maar super-kappers in je netten vangt,
te overvloedig om het te betreuren -
't model van doodshoofd door je vel omprangd
mag men in elke scheurkalender speuren,
en voor een prik, Greet, kan dus wie 't verlangt
zijn slaapsalet er veelmaals mee befleuren.…
De nieuwe moord van Raamsdonk
poëzie
4.0 met 11 stemmen
1.989 Men had de man vermoord, hij was
bezitter van een hoeve.
En toen zijn jonge vrouw vermoord,
die hulp had willen roepen.
En toen hun dochtertje vermoord,
van even zeven jaren.
Haar bedje was doorweekt van bloed,
haar peluwtje vol scheuren.
Ten slotte nog de hond vermoord,
de hond had scherpe tanden.
Een groot portret van de andere drie…
De twee gevangenen
poëzie
4.0 met 1 stemmen
390 Bij een schilderij van Willink
Sinds zij zich afsloot voor de roes van 't dansen
tart Stella Holland met versteende blik,
rechtop in 't strak fluweel, waaruit als kransen
de mouwen storten, ruisend snik op snik.
Het mausoleum wekt macabre trancen.
‘Juich niet voor muren, waar 'k mijn hart verstik!’
Grootmoeders jurk om zich in te…
Ander beeld
poëzie
4.0 met 1 stemmen
486 ‘Uw hart, mijn lief, en voelt het geen bewegen?’
zo vroeg eens Hooft, men weet, die vroegre Hooft,
die aan de min deed, aan de min-god heeft geloofd,
een dichter met een baard, wiens taal was ingeregen.
De vreemde vraag! en vreemd moet het verlegen
glimlachje zijn geweest de schone ontroofd.
De vraag is in mijn stem het boek ontstegen:…
ROMAN IN TWEE VENSTERS
poëzie
4.0 met 3 stemmen
946 1.
Mijn lief zat voor het open raam,
een zon, die langzaam viel,
omlijstte met verzachte schijn,
in een bleekgouden, tere lijn,
haar hoogvoornaam
profiel.
Toen schoof mijn lief de blinden dicht,
verveeld, een beetje boos,
maar binnen drong één scherpe straal
en op haar mooie mond, brutaal,
danste het licht
een poos.
Als…
't Is waar, 't is waar
poëzie
3.0 met 2 stemmen
680 't Is waar, 't is waar, de zin van 't leven
rijmt nergens op, want is geen rijm,
maar wie een fout begaat in 't rijm
is waardig niet meer voort te leven.
februari 1925…
EEN VROUW
poëzie
2.0 met 2 stemmen
697 Haar smal gelaat, onder de grijze haren,
smal, bleek en moedig, is mij toevluchtsoord,
een blanke koepel, hoog en ongestoord
door 't dom geraas, de hartloze gebaren.
Het ware onnodig dat zij met één woord,
voor mij alleen, die stilte ging verklaren,
ik ken de droom die somtijds komt gevaren
diep in haar blik, en éven haar bekoort.…
Een opdracht
poëzie
3.0 met 3 stemmen
540 Ik breng je heel mijn ziel, zo tam,
mijn niets-zijn, zonder aarzeling,
mijn schrale trots, mijn povere vlam,
mijn hele kleine ontgoocheling.
Ik weet je bent het geenszins waardig;
maar ben ik waard te zijn bemind?
ik weet je vindt jezelf strijdvaardig,
jij weet hoe geblaseerd 'k me vind.
Ik heb de geestdrift nagemeten,
jij voelde…
DE BEZITTING
poëzie
2.0 met 3 stemmen
592 De vijver ligt begroeid, het water is doorweven
met slierten groen en bruin, een voetstuk puilt,
waarop geen beeld, grauw cement, zwart bevuild.
Hoe lang heeft men de tuinman hier geen loon gegeven?
Er moet een tuinman zijn, want er is leven
nog in het park, een verre klop, die spade schuilt
maar half in 't hoge gras ... Twee ogen, roodbehuild…
Wandeling zonder maan
poëzie
3.0 met 4 stemmen
762 De grote mensen zijn naar bed gegaan.
Mijn lieve kind, wij zouden kunnen lopen
om 't huis, door 't donker, maar het hek staat open,
de straat op, onder een lantaren blijven staan.
Wij zouden kunnen zoeken naar de maan,
die als een spelbreker opeens is weggekropen.
Dit licht volstaat? maar 't trekt muskieten aan!
Kom mee, een voorraad…
De bedelaar onder de boom
poëzie
2.0 met 2 stemmen
873 Zie de oude leugnaar, die bretels verkoopt,
om niet te zeggen dat hij bedelt, staren.
Hij zit daar om zich weer bijeen te garen
en niet omdat hij op 't nirwana hoopt.
Als ooit op aarde een mens zichzelf ontloopt,
dan hij misschien, maar 't duurt al zestig jaren,
en zie met hoeveel zorg hij 't raaflend garen,
dat hij „jas" noemt, op zijn…
DE FRANCTIREURS
poëzie
3.0 met 4 stemmen
638 Geen Pennewip met brilende argus-ogen
hebben wij ooit één regel toegedacht.
Geen jongedames, die beheerst en zacht,
als door een rietje, van de lettren zogen.
Geen kenners die, waar zij nooit jokken mogen,
trouw prijzen wat vertrouwd is, langgeacht.
Geen vakmanswijsheid hebben wij betracht,
geen boekwinkeltriomfen overwogen.
Geen koster,…
Een grote stilte
poëzie
3.0 met 6 stemmen
990 De stilte zwelt uit de ingeslapen nacht
En zuigt ons gans en onweerstaanbaar binnen.
Een hoornstoot gilde alsof een wilde jacht,
losbarstend als een onweer, zou beginnen -
En toen niets meer: de ondragelijke vracht
van tè veel jaren, 't koele en donkre linnen
van de eeuwge stilte op onze wankle wacht.
De vijand zal ons altijd overwinnen!…
Twintigste eeuw
poëzie
2.0 met 5 stemmen
1.207 Wij zijn zo jong niet als wij doen geloven.
Ik ben: hoe oud wel? jij haast twintig jaar.
Achter dit lage voorhoofd, onder 't kroezig haar
dat al je kammen breekt, drijft wèlk bereeknen boven?
Je weet, men moet niet altijd geven na beloven,
't gevaar van geven is dat elk bezit weegt zwaar.
Je hoofdje waakt, waakt sedert lang, nietwaar?
De…
Beeld uit het verleden
poëzie
2.0 met 8 stemmen
856 Ik mocht haar handen kussen, sprakeloos.
Mijn handen slopen langs haar slanke voeten.
Zij zag mij aan, daar was in dat ontmoeten
van onze blikken iets genadeloos.
Haar blik zei neen: met zekerheid, niet boos -
haar mondje lachte wijl ze mij deed boeten
mijn overmoed, en 't was een wreed verzoeten
van een heel lange en even bittre poos.…