Roman in twee vensters (2)
2
‘k Sta aan mijn venster. Het is laat.
Ik kijk neer op de stille straat.
In duisternis, waar niemand gaat.
Van nergens komt meer één geluid.
‘k Sta met mijn hoofd tegen een ruit.
Wanneer gaat die lantaren uit?
Eén lichtkring op wat vunzigheid.
Die gloor is met dat goor in strijd.
Daar gaat zelfs geen verloren meid.
In mij is net zo’n stille straat.
Waar niet één lamp te branden staat.
Waar sedert lang geen mens meer gaat.
----------------------------------------------
uit: Vermoeide jeugd (1922)
Inzender: Redactie (H), 30 juli 2024
Geplaatst in de categorie: liefde