Herinnering
Velen die 'k noodde in mijner dromen woon
 en die er 's levens wondre beelden zagen
 hoorde ik elkander met verwondring vragen:
 ‘Hij roemde zo, is dit dan al zijn schoon?’
	
En andren lachten luid: ‘Hoe ongewoon!
 Hoe vreemd, hoe dwaas: hoe kan hem dat behagen!’
 en keerden weer naar de eigen grijze dagen.
 Doch geen van hen gaf mij 't verwachte loon.
 
En 'k schreide zacht wijl sinds wij beiden scheidden
 geen warme hand mij leidde bij mijn dwalen,
 mij die alleen zo droef ben en zo zwak.
 
Maar toen de luchters weer hun schijnen spreidden
 trad ik stil met herinnring door mijn zalen,
 en 't was me als hoorde ik weer uw stem die sprak.
----------------------------------
uit: De Beweging (1914)
Inzender: Redactie, 14 september 2025
Geplaatst in de categorie: tijd

 Geef je reactie op deze inzending:
Geef je reactie op deze inzending: