Oudejaarsavond
Alle kwaad zou ‘k vergeten,
Kon ‘k omzien naar ’t jaar
Met zijn dagen zo droef, en zijn nachten zwaar,
Met zijn uitzicht op bitterheidsbeten;
Enkel noodde ik bedroefden
En weldoeners uit
Tot een stille bijeenkomst en jaarsbesluit,
Aan de haard, waar ze menigmaal toefden.
En met broederslag komen
Ze in ’t geesten-uur aan:
De nóg droeven, wie ‘k generlei goed gedaan -,
De nóg gullen, wie ‘k vreugd heb benomen.
Zo vol schaamte als vol gasten
Is ’t huis van mijn hart:
Waar and’ren naar omzien – mijn jaar van smart
Keert tot God als een smart’lijk verraste.
------------------------------------
uit: Kamermuziek (1903)
Inzender: Redactie, 31 december 2024
Geplaatst in de categorie: verdriet