Aan mijne moeder.
Zoals daar ginds, aan stille blauwe lucht,
zilveren-zacht, de half ontloken maan,
bloeit als een vreemde bloesem zonder vrucht,
wier bleke bladen aan de kim vergaan;
zo zag ik eens, in wonderzoet genucht,
uw half verhulde beeltnis voor mij staan,-
dan, met een zachte glimlach en een zucht,
voor mijn verwonderde oogen ondergaan.
Ik heb u lief, als dromen in de nacht,
die, na een eindloos heil van éne stond,
bij de eerste schemering voor immer vlôôn;
als morgenrood en bleke sterrenpracht,
iets liefs, dat men verloor en niet meer vond,
als alles, wat héél ver is en héél schoon.
Kloos' moeder overleed nog voor zijn tweede levensjaar.
Schrijver: Willem KloosInzender: Hans Drenthen (H), 11 mei 2025
Geplaatst in de categorie: moederdag