Ik liet de gebouwen,
de musea, het eten,
de oude mensen, de valleien,
de rivieren en de glinstering op het water
zien waartussen hij ook allemaal was geweest
toen ik daar met hem
in gedachten communiceerde
En hij keek af en toe,
al append,
naar de bladen
die ik omsloeg
Ja, mooi land, zei hij,
kun je goed parapenten.…