als dan jouw vingers
boterzacht
sluipen
kruipend hun weg vervolgen, stil
jouw stem, het zwijgen klinkt
als een bekentenis
ik knik en achtervolg de blik
uit jou, jouw ogen pogen tot
het niets, zeggende dat
zwijgen toe stemt
ach
ik lach
en laat jouw vingers grijpen…
Man en vrouw lopen onthand,
ontmoeten tegenstrevers in dun
belijnde steegjes inzake een stad
zonder offensieve intenties.
Tot op zekere, arctische hoogte
heeft het voor hen weinig zin
tegen de zondvloed te brallen.
Hun lijfsbehoud is ambtshalve
uit oevermoerassen getreden,
nog dampend van naijver en
hallucinerend door wondkoorts.…