Ik heb ooit in vlagen van koorts over moed
per ellowie een spoedles of drie (honderd)
vrij dichten genoten; poëzie bewonderd
gekocht werd `n bundel hoe ik kloppen moet
Ontroering is leuk echter zeer zelden goed
wanneer er van leerboeken af wordt geweken
ik heb daar al menigeen voor afgezeken
na genoeg over wegen stelsel matig beboet
Buiten…
een gedicht waar vleugels
en schaduwen elkaar
verknijpen in poëtiek
ik wil het niet
maar ik hoor en zie
ganzen in een lucht vol vleugelslag
schaduwschuivend over het land
meer dan ooit
overboord het rotsvaste van
zachte zandkorrels op geopende hand
een wervelwind blaast
en neemt ze mee
zoals tijd het leven neemt
of geeft aan…
Zoveel taal en tekens van verlangen
vol verlegen. Zo vaak werd behagen
met omslagen overwicht behangen om
enkel greep op letters aan te dragen.
Regelmatig kwam uit de hoogte zwart
door korf gevallen wanneer bezweren
eigen gezeg-den stede vast wederkeren
zelfde laken ‘n pak van het gallig hart
Waar zijn woorden latent aan prille schijn
ooit…
Hij kijkt naar een stoel
en denkt: ik ben een stoel.
Ik sta hier net zo alleen
als hij daar: de man
op de rand van het bed.
Valt hij al in slaap?
Of noteert hij nog even
dat hij net zo leeg is als?
Kijk, hij geeuwt.
Hij praat met de stilte,
wordt moe van zichzelf.
zou een stoel willen zijn
kon hij comfortabel
in zichzelf gaan…