ik ben gehuld in het gewaad
van een blinde speleman
een waas van onzekerheden
en verwaterd ongeduld
ik schrijf in een spiegel
krul de letters binnenste buiten
jaag de woorden op tot een rapsodie
een melodie van kwinkslagen en implosies
zoek op de bodem het illusoire begin
het nooit aflatende einde
in een metafoor van cascades
ik zie anders…
Al het contact dat hij heeft
met zowel zijn omgeving
als zijn eigen herinneringen
heeft slechts die ene betekenis:
in hoeverre heeft het
waarheidswaarde?
Als dan de deur zich opent
hij vol schroom de lege
ruimte binnen schuifelt
waar het donker is
behaaglijk warm toch
wijkt van hem zijn Rede
en dwaalt hij zonder
zich ook maar een…
weer,
rond vreugde en misère uit een jeugd
proef ik weer het bitter van vervlogen liefde
die zo jong en sterk leek, maar sneller nog
was opgelost dan de illusie groeien kon
er schijnt geen weg meer terug
hoewel de deur nog licht doorlaat
op de drempel liggen als een buffer
een wereldoorlog, rock-’n-roll Vietnam
flowerpower, een vleugje postmodernisme…