dorp in lentestemming
gedicht
Nu de wijven
Schutteldoeken uit het telraam
Van hun mager a b c
Hoe innemend de haat kraait, de vliesdunne wrevel
Bij donker alleen met de rook
Het gebaar voor de spiegel
De baltsende vogel vergaat
In het vuur van haar bloot
Ah de muis in haar hand de beminde
Die klautert en klimt
In haar adem
Het lichaam staat groot…