Dertien mensen met een vreemde hobby
Werden als spionnen opgepakt.
Gelukkig hadden ze een goed contact
Met onze nationale luchtvaartlobby.
De Grieken waren in hun eer geraakt
En hebben zich bespottelijk gemaakt.…
Ze staan er
De mannen
Jasje dasje
voor mijn deur
De stemmen
Beamen het
Je bent een hond
Alles klopt
De zenders
Spionnen
Ik zie hen
Ik tel af
Mijn laatste peuk
En neem de sprong…
Kleine, blauwe spionnen
verbergen zich overal, maar staan overeind
en laten zich door niets verschrikken. Gentianen
laten zich niet gelden, kijken bezonnen
om zich heen. Verlangen naar meer verdwijnt
in de diepe kelken om zich te beramen.…
De machinist kijkt over de hoge brug
ziet schepen, zwemmers en zonaanbidders
we praten over dingen die hier gebeurden
de jongen in de potkachel op de bodem
en de mooie spionne hier vermoord gevonden.…
wakker worden
naast een lichaam aanwezig door
afwezigheid, wiens rug naar ons staart
met alle teleurstellingen, ongeluk en pijn,
nare herinneringen, omhuld in resten
van getrokken haren, huid onder nagels
en pijnlijke vermoedens
die bevestigt zijn, met een klap
En zo leven zij, twee verraders,
collaborateurs met duistere krachten,
twee spionnen…