er is een reden waarom ik doe alsof ik niet bibber
evenzo dat het lijkt of ik stroef in pak sta
terwijl mijn hart ritselt als een populier
en mijn botten krakken
gelijk aan on-ingesmeerde scharnieren
weet je, ik vroeg mij eindeloos af
waarom gedichten toch steeds korter
lijken te woorden, terwijl het binnenin mij
zinnen waait en ik probeer…
stroef en spottend is uw lach,
trotse Wetenschap!
O, 'k wil mij verkwikken aan betere kussen
waar 'k wellust en laving in vinde,
aan kussen die tevens verbranden en blussen,
de kussen der zoete beminde!
Wetenschap! o wrange bronne!
Gal en edik saamgebonden!…