De tijd is eeuwigheid
en eeuwig is de tijd.
De toekomst ingehaald,
ontrukt uit het verleden,
uit de vergetelheid
de herontdekte vaardigheden
als nieuw geplukt
hervormd in tegenwoordigheid.
Vooruit of achteruit,
een beving als beweging
van de tijd
in eeuwigheid.…
Het gaat grotendeels aan haar voorbij
Het vuurwerk, knallende champagnekurken
Het feestgedruis, rumoer en cocktailjurken
‘t Komt allemaal op jachtschepen langszij
Zij heeft alleen iets met het jaargetij
En met tegen de eeuwigheid aan schurken
Of soepel als een peuter op zijn hurken
De tijdstroom zien met al zijn muiterij
Zijn dokken, loodsen…
het is een open deur:
als je jong bent
vlieg je voor
de tijd uit
als je oud bent
vliegt de tijd
voor jou uit
vroeger was
zij de slak
nu ben jij hem:
doe die deur maar gauw dicht…