Samenzijn in négligé
gedicht
Zij stond voor haar toilettafel,
Een driedelige toilettafel,
Een toilettafel met drie spiegels.
Zij kamde haar haar,
En ik stond achter haar.
Zij plukte uit haar kam een rafel.
En zo lichtgevend was zij,
Dat ik, toen ik mij omdraaide naar de wand
(De toilettafel - zij - ik - de wand),
Zag een driedubbele schaduw in haar hand.…