In volkomen onvolmaaktheid
lag de schoonheid diep verscholen
vaak veel mooier nog dan woorden
in gevormd spiegelglas
waar ik mezelf in herkende
in een ogenblik van staren
als een toverboek waarin ik
mijn geheimen wou bewaren
maar dat jij voor mij geopend had
terwijl je er uit las
om mij er blad na blad te zeggen
met een knipoog - wie ik was…
engel in de zee gezwommen,
de duisterste uithoeken van de hel
hebben gezien, de zon ingeslikt,
er nu uit zien als een dikke beer,
die met een ademzucht kan weren,
met een grijze haardos, die bol
staat van de vlooien en het roet,
ik zal hem nooit van mij afslaan
het dierbare kind in mij
Ik mag dan defensieve magie kennen,
de grootste toverboeken…