vandaag een gedicht
over drijfnatte senioren
die ik welkom heette
met mijn droge linkerhand,
over een koe op een stuk linnen
op transport naar een oranjewoud,
over een schaap vastgeketend
aan een oorlogsmonument bij een water,
over een vrouw die ik lieve C.
te H. noem, soms lieve H. te C.…
Rond het middernachtelijk uur
Strandden wij op Aiaia,
Onwetend van oneindigheid
Van jeugdigheid in levensduur
Van 't eeuwig Elyzees elixer
In Circe's magisch receptuur
Zij, godin en kruidenmengster
Schalks, bevallig qua postuur
Troont mij naar haar rotspaleis:
Daar vleien zich tegen een muur
Negen van ons schip verbannen
Vastgeketend…
Daarin lig ik vastgeketend.
Ik weet niet wat ik moet doen.
Dan komt er een eekhoorn met een staart van een schilderskwast.
En dan komt een konijn met oren wijd en zijd.
Ze huizen bij mij.
Ze geven me gezelschap en willen me wel bevrijden,
maar ze weten niet hoe.…
Deze met een fraai gekleurd vederkleed
uitgedoste distelvink poseert al meer dan
350 jaar stilzwijgend; olijk naar Carel
Fabritius kijkend, vastgeketend aan een
kleine ring met klink.…
stopt die autocraat, dat is de vraag
Die Nero, landjepikveroveraar
Die Kremlinimperator, pseudotsaar
Maar niets doen is geen optie want te laat
Als Kiev Tsjernobyl wordt in 't kwadraat
Een kruisraket is sneller dan een drone
Die destructieve game in vredestijd
Maakt hem een maniak in oorlogstijd
Hij speelt voor god, in 't Kremlin vastgeketend…