Met korte klokjes even naar boven,
Zijigjes achter en naast elkaar;
Van ver weg, langs stille vlakte,
Uit diepe, koele, milde wel,
Droomrig groen onder 't groen getakte,
Zonnighel onder 't zonnespel;
Dommelzacht in den schaduwdommel,
Waar 't langs 't bruine huisje glijdt;
Vaagjes slaande met licht geschommel
Tegen des vondertjes vastigheid…
Wie vastigheid zoekt zal het krijgen en wie weet
voor altijd, de rest van het leven,
mijn vriend, mijn liefde, is een wervelwind
die ’s avonds laat om mijn huis tiert
als ik rustig een boek lees
als ik rustig de film uitkijk tot het eind
als ik rustig de dag overdenk
als ik rustig iets wil schrijven op mijn computer
dan komen ineens allerlei…