- cel -
wenende muren
sporen in gehouwen steen
van zilte eenzaamheid
gestorven gedachten
pulver onthecht in schrijnend
wachten op een loze dageraad
wenende muren
voegen murw geplet
gevangenen in zwaartekracht
geloken venster
traliën gelijk een stramme wacht
onwrikbaar in hun kille kader
wenende muren
deur vergrendelde verrader…
nog altijd dicht naast elkaar
en heel innig verbonden
met grijs en dun geworden haar
in hun broosheid, met veel zorgen
zo werden zij hoogbejaard
man en vrouw de handen verstrengeld
‘s winters heel dicht bij de haard
hun dagen eenzaam in deuren vergrendeld
de ogen ver weggezonken
brillen en sleutels vaak zoek
toch bleef een geborgen…