de dood geurt
netgedicht
springen vloekend
waar wild stormend water
hem er toch uitglijden laat
wanhopig klauwen vingers
in het zand nagels brekend
waar de wormen kronkelen
die zijn bestaan betwisten
zijn voeten dieper zinkend
in de bodem van de put
stinkend als modderplas
kondigt zich daar de dood
de laatste adem happend
huilt wanhoop in tranen
die regen verwateren…