Vannacht hebben beelden van licht
Gedraaid door een duistere wereld
Over de grillige zee;
Nu sta ik pal in de lucht
Met rode en witte strepen
Als een vissersjong in een trui.…
Zie, men keert… en de oude dieren trekken,
Nu de vissersjongen roept: hoi hé!
’t Wriemelend net ten leste uit de zee,
Zó, dat borst en dijen zichtbaar rekken.
Blonde jeugd staat bij de volle manden:
Over ’t meisje staart de jongen heen;
Kijkers fonkelen onder brede randen,
En men fluistert: visserlief, nog één!…