Men valt zowaar over het vrouwenbeen.
Want is je rok te kort je baan is heen,
En ook de knielaars zit de baas niet lekker.
O stadsbestuur hoepel toch even op.
`k Verkies het vrouwenbeen boven een doekje om je kop.…
Nu ik opeens haar benen zie,
met die ronde, wond're dijen,
zacht, eronder hard, spieren die
soepel door jeans heenglijen.
Met ied're wiegende stap,
zo'n lange, beetje lome,
deinende vrouwenstap,
ze dichterbij zie komen.
Word ik wee zoals een man
dat alleen bij zo'n vrouw kan.…
Verborgen blijft het schoon van vrouwenbenen
en and're vormen, zelfs hun lief gelaat
zij hullen zich occult in zwart gewaad
in wiens moraal en welk dictaat,
in welke kluister waant zij zich,
gebukt onder een klaaglied, zonder wenen?…