en ik zie
de winter, nét anders
en de liefde
die niet meer komt
in een huis van sneeuw
houten schalen
in plaats van bloemen
doden die rusten, telkens langer
en stamelend achteruit
ik zie de maan
argeloos mager, in ieder woord
onderdrukt
met licht als witte lijken
en vogels, altijd weer die vogels
de geur in een fluistermond…
vastgezet in ijs weerspiegelt
deze datum dat het zondag is
een droom in maart, voorbij zijn slaap
vol vergezochte beelden
wrevelig doch schoon –gewassen door de kou
‘ik hou van jou’ klinkt ver
de woorden rusten in je hoofd
op wacht, op andere tijden
en wetend dat
het voorjaar is beloofd
dus buigen we de kou
tot kromme lentebeelden, geel…