Sparren als roerloze goden.
Zwartwitte, zwijgende habijten.
Daarmee lijkt alles gezegd.
Je bent geen kind meer
op dat elfenbankje,
noch die flitsgrage eekhoorn daarginds.
Onafzienbaar
heerst hier een grimmig regime.
IJselijk elegant.
Onwijs stil.
Tot
na een wending van de wind
goddank de zon zich laat zien:
humor de sneeuw doet…
Mooi is muziek
geluk vinden
in een lied
van je één twee drie
hop - sa - sa -
of we dansen de
latijns - amerikaanse
cha - cha - cha -
met gestolde gedachten
bevroren tranen
scherven
van stil verdriet
dwalen
door winterwouden
in woordschalen
vergaren
poëzie
vol hoop
geurende bloesem…