En toch heb ik u geschonken
't Zuiverst wat mijn ziel bezat:
Konde van een diepst-verzonken
Schoonste schat.
Dichterwoorden zijn als stralen,
Die van smart noch waan besmet
In der harten afgrond dalen
Onverlet.
Dichterwoorden zijn als tranen
Van wie almaar wenen moet
Om een liefde nooit verstaan en
Toch zò zoet.…
Rodenrijs
Dat haar libellelezende
Vriendin, een dochter van baron
Van Schimmelpenninck Westerflier,
Toevallig ook mijn minnares
Dat zij een latrelatie had
Met een der tweelingzonen
Van zijn adellijke wederhelft,
Een gluiperd van het zuiverst ras
Hij groeide op voor galg en rad
In zeven sloten tegelijk
Zijn moeder wist zich haast geen…
toch het zuiverst’ van mijn hert,
Geef dat mij mijne zond’ niet toegerekend werd.
Neem mij, die hier op aard’ als vreemdeling moest zwerven,
In ’s Hemels borgerij na een godzalig sterven.
Ach! dat uw lieve Zoon, met zijn onschuldig bloed,
Voor mij, kenschuldige, de borgtocht voldoet.
Och!…