Stralend zit je
Voor me met de
Zon in je gezicht
Fleurig je bloesje
Dat vergezeld gaat
Van een sierlijk roesje
Ben jij de aanleiding
Voor dit vroege gedicht
Van louter blijdschap
Over dit prille ochtendlicht…
tepel van de Dame
de Dichter is gesnapt:
’n tepelaar - geen lepelaar -
tepelt zijn melk op witte voetjes
eerst rukt trekt dan tepelt hij
zuigt en streelt
drinkt zijn melk zo zoetjes
neuriet van den minne
dommelt met goede zinne
verted’rende slikjes enkele hikjes
geeft één hiksnikje zonder kikje
zakt-ie zachtjes onderuit
slaapt zoet z’n roesje…