Want wat één mens een andre liefs bescheer',
Is zonneschijn, die door de wolken welt,
Of een geplukte bloem gelijk.
Als zonneschijn, die door de wolken welt,
Drijft alle liefs voorbij.
Kijk op en zie of weet het niet;
Het licht in bleek gewolk vervliet:
't Lieve op een mond, die liefs vertelt,
Dort als een bloem, 'n geplukte, ai mij!…