Kijk, bij de driesprong heeft ooit eens een kasteel gestaan
een sfeer van ridders zweeft hier in de laan
Zie ik daar heus een ruiter te voet bij de slotgracht
Als ik beproefd word door te zware vracht,
bid ik, ver weg van stad, verkeer en kroeg
Draag mijn leven, U Die de dood ....... versloeg.…
Langs de uitgeholde wegen
vol van varens en van mos
kwam ik wilde bloemen tegen
en een sluwe witte vos
die mij meenam in de regen
naar een driesprong in het bos
Waar ik stond met al mijn vragen
en een vos die mij verliet
voor een nacht die was gaan dagen
en een veldmuis in het riet
die zijn leven zag vervagen
want de sprong verkoos hij…
Op de driesprong van mijn
leven kwam ik veel verdriet
maar ook gevoelens tegen
aan het eind zag ik licht
het getoonde ontnam me
mijn adem en liet sporen na
waarvan ik de herkomst nu
niet meer herken
de stilte joeg het donker voorbij
het was de aantrekkingskracht
die mijn innerlijk doorwoelde
het verlangen ernaar
wordt steeds…
op de grens van het oude capelle
het stadse dorpje aan den ijssel
waar klaas de kade ooit klinkerde
tot waar hij de bermweg bereikt
die de weg naar schollevaar kruist
stond op de werf van hoogerwaard
op de driesprong van deze wegen
meer dan vijftig jaar het houvast
van de majestueus zwaaiende eik
die van wie hem passeren mocht
steeds het volle…
als een baken voor de vele reizigers
statisch en fier zijn takken zwaaiend
zijn wortels ankerend in de aarde
groeide hij onwankelbaar ieder jaar
droogte storm en regen trotserend
mooier en machtig krachtiger weer
terwijl zijn fluisterend blad luisterde
naar dat wat de jaren hem vertelden
over wie er in het heden passeerden
wat hun gedroomde…