BIJ DE DOOD VAN EEN KAMERMEISJE
poëzie
Hoe lachten uit haar trekken
De levenslust der blijde jeugd,
De reinheid, zonder kreuk of vlekken,
De kinderziel en de englendeugd!
Wat was zij goed! wat was zij diep bewogen
Met wie bedrukt zat en in leed!
Hoe gaarne mocht zij tranen drogen,
Terwijl een traan haar oog ontgleed!
En als zij bad . . !…