De consumens
netgedicht
De honger lekkert in zijn mond:
heeft snel wat snabbels nodig;
zo hollebollegijst hij rond,
geen ding is overbodig.
Hij winkelt laat, hij winkelt vroeg;
geboeid aan winkel-keten.
De consumens krijgt nooit genoeg
van eten en diƫten.
Hij kingsizet Mars en meesterschap
voor vader, vriend en vrouw.…