Kabbelende beekjes, de natuur zo wild
ik brul en ik hoor de echo die gilt.
De stenen storm is weggedreven,
ik val terug naar waar ik was gebleven.
De droom die ik vorige week nog had
verbleekt en verdwenen in een zwart gat.
Ik denk en pieker over de zinnen, verzonnen,
ik weet niet eens meer hoe ze begonnen.
Iets met vlinders en een rimpel…
ik droom
tweeduizend vlinders in de nacht
landen op het water o zo zacht.
de rimpels verschijnen en cirkelen rond
zoals ook de rimpels rond je mond
het blauwe maanlicht over het water
wordt zachtjes naar beneden gezogen
het blauwe maanlicht schijnt volop
zoals ook jouw mooie blauwe ogen
ik richt mij op en zie je stralende lach
de maan…