GOEDE NACHT AAN MIJNE OUDERS
poëzie
Ontslapen de 9 juli en 24 augustus 1801
De gouden zon verdwijnt,
En de avondstar verschijnt
Hoog boven zee en landen;
Zij, wenkende de maan,
Steekt 's hemels lampen aan,
Om voor de nacht te branden.
De roerdomp bromt van verr',
En de uil krast ginds en her,
De vledermuizen zweven;
Der dorpsklok hol geschal
Wenst goede nacht…