130 resultaten.
De gerichte wil
poëzie
4.0 met 8 stemmen 1.827 Wanneer ik stierf en zij die mij beminden
Rondom mijn baar staan en de een d'andre vraagt:
Wat had ge lief in hem: zijn menslijkheid,
Zijn dichterlijke gaaf, zijn trouw aan vrinden,
De zachtheid van een kracht die draagt en schraagt,
Of de onafhanklijkheid van zijn beleid, -
Dan hoop ik dat een zeggen zal:…
Cirkelloop
poëzie
4.0 met 11 stemmen 2.407 Ik ben een vonk die doelloos, richtingloos,
Geworpen in 't heelal mijn vaart begon,
Toen bond me aldra aan zich een andre zon
En wentlend leef ik ongemeten poos,
Een kern van leven, in zichzelve voos,
Vol van de kracht die in en rond mij spon.
O dat ik zonder weten eeuwig kon
Wentlen in de onbegrepen stralenroos.
Oneindge wereld, onvoltooid…
Ik zie de mens, maar ik begrijp hem niet
poëzie
4.0 met 9 stemmen 1.219 Ik zie de mens, maar ik begrijp hem niet: –
Hij eet van 't leven al wat lekker smaakt,
En proeft van ál zijn passies: zijn mond raakt
Iedere vrucht, die iedre hand hem biedt.
Hij zoekt in dronkenschap een droom, die vliedt,
In 't leven, – tot hij, moede en koud, ontwaakt,
Naakt en gebroken: op zijn lippen smaakt
Des levens droesem bitter…
Gij en wij saam.....
poëzie
4.0 met 12 stemmen 2.885 Wie is zo sterk dat hij de chaos temt?
Wie kan het leed zien zonder schreiende ogen?
Niet wij:
maar juist daarom voelen wij ons voorbestemd
Tot rustloos pogen.
Gij en wij saam, wij moeten doen,
Niet overwijs, niet over-koen,
Naar ons vermogen.
Wie waarlijk leeft, heeft in zijn hart
Een onvernietigbare veer,
Een stille kracht, die iedere…
DE TERRASSEN VAN MEUDON
poëzie
4.0 met 1 stemmen 377 De lucht is stil: op eindloos verre heuvlen
Strekt zich de stad in blond en rozig licht -
Ik wend mij om waar lachen klinkt en keuvlen:
Daar kust een knaap een blank en zoet gezicht.
Ik zie omlaag: in vaste en strenge perken
Sombert rondom een kom een herfstge tuin.
Ik zie omhoog: een koepel, zwaar van zerken,
Stijgt, sterrrenwacht, hoog boven…
Noach's duif
poëzie
4.0 met 3 stemmen 811 Ik rustte in 't holle van een golf, ik plooide
Mijn vleugels en ik deinde: ik wist niet meer
Bewoog ik mee omhoog of mee omneer
En of mij links of rechts mijn schomling gooide.
Er was gedroppel dat zich op mij strooide,
Er was een hemel en een hemels weer,
En ik genoot en leefde in iedre veer,
Verheugd omdat zo schoon heelal mij kooide.…
Orfeus
poëzie
4.0 met 2 stemmen 565 Had Orfeus niet Eurydice gedood
Door zelf te hunkren naar haar levende ogen,
Voor eeuwig had hij haar in ’t licht gevoerd.
Nu stond hij wenend waar zich de afgrond sloot
En had voorgoed zich aan zijn arm onttogen
Wie hij zo vast zich dacht aan ’t hart gesnoerd.
Nu bleef zijn hunkren als een open wond
En ’t lied van nederwaarts gericht verlangen…
DE DICHTERS
poëzie
4.0 met 2 stemmen 403 Najaarszon op gele blaren
Doet hen nieuw en gulden blinken:
Zo zijn ook vervaalde woorden
Blinkend onder nieuwe zangtoon.
Maakt het uit waar dichters stonden,
Milton onder Puriteinen,
Vondel tussen roomse paters,
Als hun zang de taal weer heiligt
En hun toon geen mens kan halen.
In ons stijgt die sterke en klare
Stroom die niemand ooit kan…
Licht mijner ziel
poëzie
4.0 met 4 stemmen 701 I
Licht mijner ziel! ik zag u steeds van ver,
En wist wel dat gij eindlijk komen zoudt; -
Woorden, die ik niemand heb betrouwd,
Gaan uit als bleke vlammen, - als een ster,
Die in 't azuur, maar blanker, lieflijker,
Zie 'k in uw lokken liggen 't licht gelaat;
't Mysterie van veel leeds, maar nooit van haat,
Droomt in uw ogen; - 'k zag…
Ik had uw hart mij tot een huis gewijd
poëzie
4.0 met 2 stemmen 396 III
Ik had uw hart mij tot een huis gewijd:
De wierook brandde — de opgeslagen blaân
Der schriften gloorden — de ark zag 'k openstaan -
Ik had mijn wolk rondom mijn huis gespreid.
En zie, in mijn huis zit een wisslaar aan,
Midden in mijn mysteriën, als beidt
Hij mijne komst: opent de poorten wijd,
Strooit lovers, dat mijn voet moog' binnengaan…
De Bergbries
poëzie
4.0 met 3 stemmen 365 De bergbries rilt door 't water voort
Dat rint door beek en rotsge spleet,
Mos groeit op blok en vochtge boord,
De varen wiegt, de spar stijgt heet
In zon: haar wortel, kronklend, schoort
De rechte stam, het naaldrijk groen,
En eik en beuk hun weidser dracht
In 't bos blinken en welken doen,
Tot waar in dag-doorschimde nacht
De drop…
Spel en ernst.
poëzie
4.0 met 1 stemmen 428 O wij lopen in onz' gebondenheid,
Met onze illusie van vrij-wils-bestaan,
Hoog en onkrenkbaar 't leven gadeslaan,
En hij die de gebondenheid altijd
Voelt, maar dat leed alleen zichzelf belijdt,
Speelt zijn illusie koel en wèl-berâen,
Meesterlijk, met de vreugd van 't wel-gedaan
Komedianten met zijn menslijkheid.
Maar wie, d'illusiedronknen…
Parijse herfstdag
poëzie
4.0 met 1 stemmen 524 Ik heb de weemoed van uw stad verstaan.
Een stad vol vreugde, zeiden zij die nooit
Geneugten weten dan het vlees ontplooit,
Vol zoete tastbaarheid en weken waan.
Maar in uw parken geurde uit iedre laan
't Verleden: grootser tuin, voorlang gerooid;
En iedre lijst die strekt of rijst of glooit
Aan uw paleizen, hing de erinnring aan.…
HET MISDRIJF
poëzie
4.0 met 3 stemmen 682 Gij zijt mijn Heer, mijn Vader en mijn Vriend.
Als ik misdreef dan deed ik het door u.
Ik die misdreef, die van mijzelve gruw,
Ik heb misdrijvend u alleen gediend.
Ik die misdreef en die, uw straffen ziend,
Staan zal gelijk uw zoon, niet blind, niet schuw,
Straf mij en duld dat ik als eenmaal, nu
Vóór u zal staan, wel bevend, niet ontvliênd…
HET BLIKSEMVUUR
poëzie
4.0 met 3 stemmen 441 Omdat uw huis niet op de weg van de bliksem lag
Maar juist daaraan, schrikt ge op en stierft gij niet.
Dit zijn de verborgen wegen, de heerbanen van 't hemels vuur
Waaraan wij spelen, sluimren, omstrenglen elkander, ontwaken.
Wat ware mij 't leven als het niet z6 was : dreiging en duisternis,
Gloed en angstwekkend geratel en daar ikzelf in,…
STUUR 'M DAN NIET HEEN
poëzie
4.0 met 1 stemmen 537 Als een mens komt met vriend'lijk ooggekijk,
Mond die iets liefs vertelt,
Stuur 'm dan niet been: 'keer morgen weer.'
Want wat één mens een andre liefs bescheer',
Is zonneschijn, die door de wolken welt,
Of een geplukte bloem gelijk.
Als zonneschijn, die door de wolken welt,
Drijft alle liefs voorbij.
Kijk op en zie of weet het niet;
Het…
De deizende sterren
poëzie
4.0 met 4 stemmen 449 De deizende sterren, zij tink'len
Hun vesper mij na, waar ik rijs,
Tot die tonen mijn voeten besprink'len
Op de trappen van 't zonnepaleis.…
Gelijk een vader zijn onwillig kind
poëzie
4.0 met 1 stemmen 375 Gelijk een vader zijn onwillig kind
Bestraft met schijnb're toorn, maar smart in 't hart,
En, schoon kastijdend, zelf wel voelt hoe hard
De straf moet zijn voor 't kind dat hij bemint, -
En onder 't straffen in zichzelve zint
En hoopt óf het berouwvol wordt, - en mart,
O zo verlangend, na die dubb'le smart
Héél lief te wezen voor zijn…
Was 'k nu bedroefd
poëzie
4.0 met 2 stemmen 492 Was 'k nu bedroefd, 'k zou met de droefsten schreien:
Zó droef als ik kan toch geen droef mens klagen:
Maar tóch zou 'k zeggen: klaag om 's Levens slagen
Niet wild, niet zó of 't u niet mócht kastijen.
Krom krimpe ik van verdriet; — 'k tere uit van lijen; —
Mijn arm hoofd snapp' niet waarom zulke plagen; —
Maar wee, weé mij! als ooit…
Zomerweide.
poëzie
4.0 met 2 stemmen 274 De blanke koeien waden 't weigras door,
Uit hoge hemel daar een wolkbank ligt
Straalt trillende op koe-ruggen zomerlicht,
't Gras ripplend krijgt een esmerauden gloor.
Warm vlakt de vaart daar 't groene riet langs spicht,
Golf deint en spoelt, trekt zijn geglinsterd spoor
Stoomboot in stroom en stuurt de schomling door
Die 't riet doet…
EEN LIEDJE VOOR HANSJE
poëzie
4.0 met 1 stemmen 275 Hij is in 't midden van de mei
Geboren en een dichter zei:
Dit is een kind dat zingen zal,
Dat de mensen 't horen óveral;
0, wat een zeldzaam mei-geval:
Hij is in 't midden van de mei
Geboren.
Hij mag een lelijk mosje zijn
Wie horen wil naar liedjes fijn,
Die zoekt de mooiste vogel niet:
Van de lelijkste vogel is 't mooiste lied…
Het verlaten huis
poëzie
4.0 met 1 stemmen 421 Als in een huis in de onderwereld, waar
De stille vader en het stomme kind
Elkander aanzien - zó zit ik gebukt
Over mijn boeken in dit donk're huis.
En tegenover me aan de tafel zit
Dat stomme kind der sombere gedachte,
Mijn stille weemoed met het bleek gelaat,
Mijn stomme weemoed met het donker oog,
Die niemand ziet dan ik, - maar áls…
Bedenk hoe schoon wanneer wij zijn gestorven
poëzie
3.0 met 8 stemmen 2.511 Bedenk hoe schoon wanneer wij zijn gestorven
De aarde zal zijn die dan naar ons niet vraagt.
Gij weet dat ze altijd eendere vreugden draagt
Als waar wijzelf ons aandeel van verworven.
Wij hebben vaak haar blijde gaaf bedorven
Door zorg die om de dag van morgen klaagt.
Door eigen ondank langer niet geplaagd
Zien wij door anderen haar geluk bëorven…
't Liefste wat ik weet is dichten
poëzie
3.0 met 7 stemmen 851 't Liefste wat ik weet is dichten,
Dat is: van de innerlijke gezichten
Woorden maken.
Die doen ontwaken
In andren wat ik zie; —
Zodat van vreemd en menig
Wij worden vriend en enig:
Zielen raken
Elkaar en slaken
Een zucht, een melodie.…
LEVENSLUST
poëzie
3.0 met 7 stemmen 1.168 Dit leven is een marktdag: ginder bluft
Een boerendokter op een stoeltje, omringd
Door domme kijkers, - langs mij been verdringt
Zich 't volk van sjacheraars en vult met wuft
Geschreeuw het plein, - een bond jankt me aan en snuft
Rond naar zijn baas, - in 't harlekijnspak springt
Een nar op 't koord, - een liedjesventer zingt
Mij…
TOPZIEKE RUPS
poëzie
3.0 met 13 stemmen 1.776 Topzieke rups, in 't stijgen
Van blad tot blad, van steel op stam,
Denkt ge eindlijk te verkrijgen
Het veld van blauw, de witte vlam?
Te hoog! Ge kunt niet keren!
Hangende aan hoogste top,
Geeft ge, in een verdwaasd begeren,
Nog eens u op.…
De Koopman
poëzie
3.0 met 21 stemmen 5.423 De koopman zit op zijn kantoor en somt
bij 't walmend licht der lamp de winst van 't jaar:
Hij telt zijn posten preevlend bij elkaar
En cijfert tot zijn rug zich dieper kromt,
als de balans niet sluit. Hij peinst en gromt,
Half-binnenmonds en met verstoord gebaar
Telt hij opnieuw, ontstemd om 't zoeken naar
Een cijfercent, die niet te voorschijn…
Ik heb mijn hart ú tot een huis gewijd
poëzie
3.0 met 5 stemmen 1.665 Ik heb mijn hart ú tot een huis gewijd,
En midden in het binnenst heiligdom,
Waar de outerkaars in 't donker gloeit, verbeid
Ik u, mijn lief, mijn zoet sieraad alom!
Ik sloeg mijn ziel dit zoete donker om,
Alleen om ú te ontmoeten, die me altijd
Belooft te komen, in 't geheim, na stom
Eerbiedig beiden ene kleine tijd.
O kom, mijn lief,…
Sinds ik u álles gaf, ál wat ik ben
poëzie
3.0 met 5 stemmen 557 Sinds ik u álles gaf, ál wat ik ben,
En thans in ú mijzelve heerlijkst vind,
Wat klage ik dan, daar gij een andre mint,
Daar ik me, als de uwe, eraan meêplichtig ken?
En daar ik ú ben, ben ’k dan niet verblind,
Zo ’k op u toorn en dus mijzelve schen?
En me aan úw liefde zoveel minder wen
Dan aan mijn eigne, die ons zó verbindt?
Moet…
Ik ben een dichter en der Schoonheid zoon
poëzie
3.0 met 9 stemmen 1.570 Ik ben een dichter en der Schoonheid zoon.
Alles wat schoon is, is me een vreugd altijd.
Mijn hart is menslijk, maar of 'k lach of lijd,
Mijn lachen en mijn leed zijn beide schoon.
Ik heb de macht dat ik wat schoon is toon
Aan andren, door de taal die ik belijd,
Zodat wie leest bedroefd wordt of verblijd,
Maar zich bedroevend vreugd smaakt…