Ik ben een bloem van 't veld
Wie droeg mij mee ter stede
Waar 'k nooit of nooit meer bidden zal
Lijk ginder in het rustige dal
Mijn simpele bloemgebeden.
Ik sta hier in dees mooie vaas
Zo triestig te verwelken
Gij hebt mijn herte zeer gedaan.
Ach mensen, zult gij nooit verstaan
De taal van bloemenkelken.
Ik ben een bloem van 't veld…
Daar weet geen één de stille troost,
Die door m'n kale kamer bloost,
‘t En is geen zonlicht van de Oost,
‘t En is geen lief dat kust en koost...
Het is een oude beeltenis
Van hem, die schoon van eenvoud is
en prachtig droeg z'n droefenis...
Gezelle... m'n goede Gezelle!
Daar, op uw voorhoofd staat geprint
Het lijden van een mensenkind,
En…