Wij waren vrienden in een ver verleden
van nachtfilms, zangersfeesten, parken, dromen.
Wij waren minnaars op de hoge treden
van lustpaleizen tussen bonte bomen.
De maan bescheen de vijvers van Granada,
de zon bescheen de zuilen van ons Thebe.
Je arm was broedplaats voor de vogels van Messina,
mijn dieren trokken jou per winterslede.
In welk…
Wie zal de nacht in strikken binden?
Je naam heb ik nog niet vergeten,
maar op het zachte weefgetouw geweven,
zoals een roos bloeit in de wind.
Ik heb je naam goed opgeschreven
en aan een wit papier gehangen
waar kinderen mee spelen kunnen,
zodat je naam in hun verlangen
bewaard zal blijven voor de wind.
De slanke dansen van verdriet
heb ik…
Wat is een mens?
Een stip op een stip voorbij de zon,
die zelf is zoekgeraakt in het heelal
van melkwegstelsels achter melkwegstelsels.
De mens: waar praat zij van in al die tijd,
aeonen ruimte, zevenmijlen licht
en zeventig maal zeven mijlen niks.
De grote duisternis waarin de dode schimmen
zich dringen naar het schemerachtig licht,
waarin…