Wij danken de waard,
Omdat hij ons voedt:
En d'edel wijngaard,
Die dees druifkens zoet,
Ons mildelijk biedt,
Dit wijntje wil drinken
Hij doet het ons schinken
Uit liefde om niet.
Drink al vrij dronken
Van dees zoete most
Zij wordt geschonken,
Buiten onze kost.
En mindert verdriet,
Dit wijntje wil drinken.
Hij doet het…
Zalig leeft hij bij de mensen
Die met herte God betrouwt,
Diens verkiezen, wil noch wensen
Niet en zoekt dat na berouwt,
Maar hert en wil gelaten houdt
En volgt de wil des Heren.
Dees lijdt
En mijdt.
Hij lijdt Gods daad
En mijdt het kwaad:
Dus mag hem hier geen onrust deren.…
Als had de menigvuldige gedachten
Met alle 's mensen begeerlijke krachten
't Verstand gehoorzamen gelieke,
En reden dan de mate daar slaat
Met ene voorzichtige rijpe raad,
Waar vindt men lieflijker muzieke.
Als Heren, Vorsten, landen ende steden
Eendrachtelijk leven in goede vrede
En d'arme hem neret van de Rike.
Als d'overheid goede…
De mens komt in gebrek buiten of met zijn schuld,
Onschuldig wordt er veel gebrekkig geboren,
Onschuldig hebben veel hun have verloren,
Wel hem, die zulks gedoogt met Job's loflijk geduld.
God geeft elk, wat best is, want hij met haaf vervult
De weken, die 't gebrek tot wanhoop zou bekoren,
en maakt arm de stoute, die naar lust zou sporen
en…
Wij banderheren, in getale veel,
Vlieden het vaderland, ons aards priëel,
Meest al om weldoen, buiten enig schuld.
Laat ons de Here bidden om geduld,
En meer ons zonden dan Gods straffe haten;
Des Heren goedheid zal ons niet verlaten.
Om `t lijf te houden men rijkdom begeeft
Met alle daar ons herte zeer aan kleeft.
Om d' edel ziele, daar…