ik heb de lente meegebracht
de tulpen aan je deur gehangen
achter je winterse raam
heb je ze in een vaas gedaan
“kijk eens hoe mooi”
dat zag ik aan je lippen
ik heb de liefde meegebracht
als we zwaaien huil je zacht
was het maar zomer…
wat zouden we graag
weer even mopperen over het weer
elkaar omver lopen in drukte
irritaties over flauwekul en meer
wat zullen we straks
vriendelijk in weer en wind
belangstellend groeten
begripvol en eensgezind
toch?…
als ik een vlinder was
vloog ik naar je toe
fladderend vrij
in het prille zonlicht
vreugdevol
heel gewoon dichtbij
de vlinders weten niet
de vogels evenmin
waarom
zij genieten
ongestoord
van de mooie lentezon…
dank je wel
voor de zorg voor mensen
zelfs tot over je grenzen
dank je wel
voor het brengen van eten
in de supermarktketen
dank je wel
voor durf achter de kassa
met risico in mensenmassa
dank je wel
voor het rijden en bezorgen
onzeker voor de dag van morgen
dank je voor het zoeken
naar vaccin en medicijn
voor adem, tegen pijn…