stilaan wijkt het licht
kleuren vervalen
tegen het venster tekent
jouw silhouet zich af
contouren vervagen
in het onmerkbaar overgaan
van licht naar donker
onzegbaar denken van woorden
die oplossen in de schemering
en mijn gelaat
doch niet mijn tranen toont
in jou zocht ik mijzelf
maar vond slechts ledigheid…
verkrampt liggen mijn handen op het toetsenbord
ik weet ineens geen woorden meer, geen zinnen
geen enkel woord van troost schiet me te binnen
dat zegt dat de blokkade weldra opgeheven wordt
mijn hoofd voelt angstwekkend geesteloos en kil
laat zich door geen geluid, geen stem van buitenaf verleiden
om slechts één vleugje inspiratie naar binnen…
Als schemering de vormen doet vervagen
en kleuren hun helderheid ontneemt,
als uit de ruimte boven ons het duister neerdaalt,
nauw merkbaar de dag onder zijn hoede neemt,
dan komt de nacht tot leven.
Als het gezang van vogels allang is opgehouden,
alleen de nachtegaal nog éven excelleert,
als vos en egel uit hun schuilplaats zijn gekropen…
Ik neem je krachteloze hand in die van mij
en streel hem zachtjes, teder ..
Volg met mijn duim de aders, dik en blauw.
Je kijkt naar mij, je ogen leeg,
je draagt niet meer de last van het verleden,
maar evenmin die van de toekomst met je mee.
Er is alleen het hier en nu: een flauwe flits
die dooft nog eer het helder wordt.
Waar is die trotse…
Het is voorbij,
de grondigheid,
perfectie,
het leven dat ik leven moest naast jou.
Ik heb het keurslijf afgelegd
en zuig mij vol met lucht,
zwelgend in mijn eigen ik.
Opstijgende gewichtsloosheid,
waarvan ik
als 't uiteenspat
merk,
dat het een zeepbel is ..…