228 resultaten.
LAIS CCXCV
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd.
167 Op het einde der tijden, de dood van de nacht
zal mijn zachte ster verschijnen, minnaar
van uw al. Ik kleur uw wangen roodzacht,
mijn glans is jurk, glijdende zijde daar
als uw oker zich onthult, luid gebaar
van u in het nieuws van mijn verlatenheid.
Ik laat mij door uw leden leiden, scheid
hemel van aarde, hel van ons zijn, lik
de tong van…
LAIS CCXCIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
150 Dag jij. Ik kus jouw huid, zilte parel
van de dood die mij omsluit, ik draai om
en om de zuil van git, het is een spel,
staatsgreep, grijplok, ik voel mij heerlijk dom
omdat ik zoveel later dan jou kom.
De ochtend dan. Ik blijf erin bestaan.
Jouw lach was nacht, geen zon wil in mij gaan.
Rest mij de nevel in jouw vilten kleed
dat ik tot golemrijk…
LAIS CCXCIV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
222 Het inzicht flitst, de schichten verblinden
en met haat zijn de randen afgezet
en met verachting wil u verbinden
verkregen kennis met de strakke wet,
het eenzaam kot waar tijd werd stilgezet,
al de dingen die in 't duister zweven,
vol van wezens die er niets beleven.
Alles is nu af en om het even,
want uw leven wordt nu het gegeven
dat het…
LAIS CCXCII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
193 In eindig licht zie ik de ondergang
bewegen van verlangen naar de dood
en stilte sneeuwt haar wonderlijke zang:
“o dwarreling, gebrek aan deel of nood,
het ruisen van uw wit vergeet ik nooit”.
En handen plooien rust in de handen.
En aarde onttrekt zich aan de landen.
En zeeën ruisen als een zijden kleed.
En stormen vuur verglazen de stranden…
LAIS CCXCI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
168 'k Zie de stemmen en de melodieën
strak verstrengelen tot bazuin en klank.
Eén toon verbrijzelt alle elegieën,
't geluk, 't gegeven leven zonder dank.
Negeer vertwijfeling, blaas weg mijn stank,
kots mijn denken uit in 't hopeloze,
breek de oude ketting van het boze,
verzet mijn hart tot slag in het gelid.
Mijn lijf is offerande, verkozen
word…
LAIS CCXC
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
191 In Onterecht woon ik, en Nergens ga
ik ’s zondags heen: die ene dag van licht
telt de weken duisternis en week na
week vergroot in mij ’t gruwelijk inzicht
dat ik ontbonden word en zonder zicht
op toekomst, bij ontstentenis van hoop
vernauwt aldus mijn nare levensloop.
Mocht morgen mij alsnog jouw beeltenis
d’ ogen schroeien, dan wordt mijn…
LAIS CCLXXXIX
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
226 De ochtend breekt, aanhoor mijn schittering:
scherven met lijfelijke resten, klaar
licht, ijzig brandende herinnering.
Zotte maan, haar zweten, het rosse haar,
het droge ja (je hebt toch geen bezwaar?).
't Niets niest. Niets helpt goed. Ik kan 't ermee doen,
een vet verhaal dat eindigt in een zoen,
vrouwentongen om te likkebaarden,
passie tussen…
LAIS CCLXXXVIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
204 Gans de wereld liep in het verloren,
alles dwaalde, wemelde en het zocht
vergeefs zijn plaats, lichamelijke sporen,
maar de tijd had het slechts dood verkocht.
Elke zang zonk weg in het grauwe krocht.
Alles van waarde is gratis. Ik geef
voortaan dus maar mijzelf weer prijs en streef
als iedereen het zachte sterven na.
Voel je mijn klank? Zie…
LAIS CCXXXIV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
162 Het raam. Rondom raast hongerig de storm.
Het zag haar dolen in het huis dat huilt.
Het vrat zich door de tijd heen als een worm.
Lust is wanhoop waarin angst zich verschuilt.
Het schone heeft zich met zichzelf vervuild.
Alle wegen lopen dood in Rome.
De mensen zijn doden die nog dromen.
Een wolk scheurt weg, de straal verbindt het oog
met…
LAIS CCXXXIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
179 Het raakte haar: de woorden schoten los
van elke zin en letters verdwenen
in de flits van genot: ring in het bos
waar niets nog ademde. Zacht het wenen
van de nacht fluistert heel allene
dat het ene is verdwenen. Heilsfeit:
de eeuwigheid spleet open in de tijd.
Verlangen had het uit zichzelf gebracht,
verleden tijd die niemand hem benijdt.…
over dichters
netgedicht
5.0 met 2 stemmen
222 in deze volte van vernietiging spreek ik niet hun namen uit.
dichters begraaf ik in mijn koude dagelijks.
hun zwijgen ettert, zweert letters uit mijn mond
en de namen kleven de leegte van de namen
aan de tegels van de leegte die de leegte betegelen
zodat er middenin een leegte kan ontstaan genaamd
verlangen
waarin de woorden witte tranen…
LAIS CCXXXII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
200 Het schrijft haar neer: zij daalt in binnenrijm,
haar huid is volle glijvlucht vederklank
die in stralen spreekt. Zij is hun geheim.
Het bergt haar naam in bladen zilverrank,
haar letters druipen, nat van minnedrank.
Men mag haar lezen hier, maar de woorden
worden sluiers, knopen letterkoorden
tot alle tekst in haar gevangen is.
Later kan het…
LAIS CCXX
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
153 ’t Verlangen loopt verloren in een land
dat nergens is, niets dat niets betovert.
’t Beminde reine snelt van hand naar hand
en de stilte die het nu herovert
is geschrift dat enkel schrift verovert.
Het ijle vliedt het lege in, verdriet
lost op in pijn en leed verdwijnt in ’t lied
dat niemand lezen wil, dat niemand schrijft.
Zij is haar niemandsland…
LAIS CCXXX
netgedicht
3.0 met 2 stemmen
166 Dit is dus waarop het heeft zo lang gewacht.
Dat het hier was, is, en zich leven laat
voor wat het voelt, dat zij het hiertoe bracht,
dat het druipt waar zij ledig lacht en praat,
dat zij humaan werd en dus vol van haat.
Het laat zichzelf als niets verdwijnen en
ontbindt de zang tot aardig lied voor hen.
Het wordt wat lucht, of water waar zij…
LAIS CCXXIX
netgedicht
5.0 met 2 stemmen
173 Het danst omdat er leven is maar nee
de dood heeft hem nu gans omkranst, verniet
en in het duister sterft het zachtjes mee.
Het hoort de stilte toeslaan op zijn lied
met leed dat het verweesd toen achterliet.
’t Wordt ook omstandigheid van zijn bestaan.
Het ziet zijn schaduw in de volle maan:
leegte loopt leeg in wat al leegte was.
Zij had voor…
LAIS CCXXVIII
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd.
164 Guirlande is de kronkel in heur haar,
spiraal van zwart in goud, en haar gelaat
vertaalt de wouden in haar zwijgen daar,
het ogenblik waarin zij leesbaar staat,
maar zij getrouw hem haar niet lezen laat.
Het ziet hen wel, maar wacht daar het haar kent.
Het is geen ik, zo’n vent die langzaam went,
maar wel bekend met wat er is, bestaat.
En zij…
LAIS CCXXVII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
172 Van een verzengend mystiek gegeven
wordt het ontvangstantenne als zij lacht.
Stroeve droefenis, het buitenleven
verstoort te bruut die zwarte hemelpracht:
’t Maakt zwijgen aan, dat elk spreken versmacht.
Het was bij haar en vroeg, zij gaf wat loog,
maar ’t was eerst hij die zich met haar bedroog.
Gevangen nog in flarden van een hels betoog,…
LAIS CCXXXVI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
165 In de pit van het zwart voltrekt het niets
dat het wordt zich volkomen, uitgeklaard,
ontdaan van de obsessie met elk iets
dat het niet is, en stilte openbaart
zich in het eindeloze, onvervaard.
In ’t git van het wit verhardt het gebrek
zich tot een kauwen op de lege bek:
niets wordt zo materie, materiaal.
Het maalt zich stuk voor haar, offreert…
LAIS CCXXV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
163 De klok tikt en meet de oneindigheid
die de dag verhardt en het uur verstilt.
Vier jaar maar, fluistert de verbetenheid.
Millennia waren zij jager en wild
en ’t nadert nu, gekleed als zij in vilt.
Ze speelt graag zee en weigert de rivier.
Zij schenkt het niets met tranen van plezier.
Haar zucht verlucht de geur van een ander,
doch in dit zilte…
LAIS CCXXIV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
145 Er was gebrek, onleefbaarheid. Het werd
woest weer verliefd. “Jij geeft geen zier om mij!”.
Haar schater klonk in schichtigheid van hert
(een godheid glijdt er af, teloor, voorbij).
Het ziet haar lijf, de ziel kan er niet bij.
Heur haar streelt thans haar naakte schouders daar
waar handen ijlen naar zijn handen maar
het komt niet aan. Een hese…
LAIS CCIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
173 Het wordt verward met zijn verlangen daar:
er is een storm op handen, er is gas
dat smeekt om een vonk, er is gebrek aan haar,
een lijf dat niet rust, kennis die is, was
als ’t geweten van een genomen pas.
Vingers verdwalen in haar zilte woud
en dwalend maakt het haar tong vurig koud.
Het roert gevoelens open die het mist
doorbreekt samenhang…
LAIS CCXXII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
240 In de afgrond van de herhaling wordt
de herhaling de afgrond van het her
en der herhaalde en ’t herhaalde wordt
rot dan bovenop en in het verder
herhaalde, waar met nostalgie die er
niets toe doet, de mens het ziet als heelal,
en wij claimen het als heil maar het zal
herhalen slechts de code die het is:
kleur en wisseltoon, kosmische mal,
waarvoor…
LAIS CCXXI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
153 De winter is daar. Er staat ellende
voor de deur, je hoort de kou al in de
mensen kruipen, hoe zij van ellende
liefde prediken, haat, hoe er wordt hinde
gekeeld, en bos, daar waar ’t haar beminde.
De stilte na de eerste sneeuw zal weer
blad zijn, wit en leeg. Het schrijft haar neer.
Maar ’t zuchten bij elkander breekt de taal,
haar naam wordt…
LAIS CCXIX
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd.
195 Nu het zich weer in stof en as vergaart
en droog de rauwe brokken haat verslikt,
nu het vonkt als het maar van haar gebaart;
en het op de feiten foute data hikt
en bij de pantomime lacht en snikt,
omdat het weet dat alles toch vergaat,
nu zij in het en overal bestaat,
nu het heet haar vuur door zich voelt varen,
nu is het weer bij doem tot…
Zelfdruk
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
171 I
Zelfdruk, druk van de ziel.
Ik hakte en hakte en hakte en ik had
een vinger in de inkt, legde hem eruit,
rolde met een vinger de druipende vinger
over het papier, over de bleke vrede
van het uitgeschepte vel.
Verzwegen werd mij alsnog het geheim:
de ring ontnam elk zicht daarop. Plaats,
waar al het zwart belijnde eenvoud werd,
en tijd…
LAIS CCXVIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
162 Dat ’s ochtends de liefde zich ontplooit;
dat het in haar zo blij en levend is;
dat het zich te vaak aan twijfel vergooit;
dat het nooit is zoals zij wil dat het is;
dat alleen zij, LAIS zijn einde is;
dat al de schoonheid veel te snel vergaat;
dat het zich in niemand anders nog ziet;
dat de mens vrij denkt maar briest als een paard;
dat het…
LAIS CCXVII
netgedicht
3.5 met 2 stemmen
167 Er is iets in het geweten dat niet
geweten is. Zo kent het niet de grond
waarop het zich bij deernis achterliet.
Maar waarheid is een al te makke hond,
met wilde dieren loopt het liever rond.
Het weet zich met de lezers aangedaan
zonder hen was het niets, niet eens bestaan.
Maar ’t vraagt nu het echte, de naakte huid,
en ’t levend woord wordt…
LAIS CCXVI
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd.
189 Het gaf zijn wereld aan de linkerhand,
en heeft haar weigering al afgezet.
Er zijn de sporen in de rechterhand
van ’t rot dat iedereen bestiert als wet.
Het had zich in de handel recht gezet
omdat het in een leugen waarheid wou:
de onbestaande trouw van man en vrouw.
Het heeft zich bij haar woeden neergevlijd
en likt de wonde nu als vreugdes…
LAIS CCXV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
162 Met zicht op een ander wordt de ander
een zelf dat zich in de ander herkent.
Bij het ruisen van stilte belandt er
klank in de ruimte die iedereen kent:
zodanig zijn wij elkander gewend.
Er is het niets dat ons daaraan ontheft.
Er is het al waarvan ieder beseft
dat niets ervan echt ons is gegeven.
Er is de plaats waar de dood het besterft…
LAIS CCIV
netgedicht
4.7 met 3 stemmen
201 Diep in het zwarte hart van Vlaanderen
op een bed van maden en rottend vlees
ligt de haat bij de nijd te zinderen,
genietend van pijn en van spijt. Zwoel, hees,
de Vlaming likt des Vlamings holtes. ’t Vlees
rot, de wet maskeert de identiteit.
Maar zie hoe fors de nijd de haat nog splijt!
Eilaas! ’t Zicht moet nu snel onder het slijm:
Dank, vrolijke…