228 resultaten.
De strandjurk oplichten
gedicht
2.1 met 1499 stemmen 129.320 Voorzichtig. Omzeil de verrukking, dat zinkt toch maar als reumatiek
het gebeente in. We heffen aanvankelijk de jurk tot op de heupen slechts.
De maan fonkelt maanlicht op je naakte dijen. ‘Een waarheid,’ fluister ik
‘herhaalt zich niet’ & ‘je trekt mij als het trekken van de maan.’ Stilte.
Het droge zand schelpt je nog omstandig haar nee…
LAIS CCXLIII
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 113 De liefde is een rare lamp waar al
het donker zacht in glimt en glooit rondom:
schaduw maakt in haar klaarte vrije val
en waar de liefde liefde plooit rondom
de wantrouw als verzinsel wijkt alom.
Wanneer zij zelfs maar even heeft gebrand
brengt zij een zaligheid in ons tot stand
waarin beweging wordt tot werveling,
waarin de hand in hand na…
LAIS CCXLIX
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 107 In de nare tombe van het bestaan
waar mufte heerst en van de nijd het kwaad
verzegeld met de letters van de waan,
geketend aan de regels van de haat,
komt plots weer leven vrij. Een vlinder laat
de wanden los, vouwt de vleugels open
en dat, wat niemand nog kon hopen,
gebeurt : het diertje komt bij hen terecht
en de code gaat in hen weer lopen…
LAISCCL
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 102 In de storm waarvan het oog is, stille
kern van het gebeuren, een vlakke hand
op het hout van de tafel, een kille
diepte in de blik op het rotte land
dat snakt naar wat er in de mens verzandt,
in het branden dat het stookt in haar lijf,
in het gemis waarin het staande blijft,
in de daad die aan elk woord ontgaat, staat
strak en klaar haar naam…
LAIS CCLII
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 101 Doorheen de ogen der omwonenden
met dol de dreun erin der maatschappij,
LAIS wordt wet, zichzelf verschonende,
in ieders denken bijgezet en blij
en dwars door nijd en los van spijt, wordt zij
een vrij gegeven, zo straal en blakend
rein haar naam, haar faam is wereldbaken.
En in dit rijmgraf ligt wat levend was:
plooitjes en wat haren in het…
LAIS CCLV
netgedicht
3.0 met 1 stemmen 104 Haar ogen zee die in zijn ogen strandt,
haar lippen wijn die om zijn lippen spoelt,
haar oren krullen krullend in zijn hand,
heur haren goud waarin het zonlicht joelt
en al dat stralen was voor het bedoeld.
Zij was een maan, het liet haar schijnend staan
tot al het licht van haar was heengegaan.
Het gunt u zicht, laat u lezen zelfs haar huid,…
LAIS CCLVI
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 124 Uw wereld is de wereld niet. Het heeft
zichzelf in deze verzen omgezet
en kwam zo vrij van 't web dat het omgeeft
en het tot prooi verlaagt. Rol uit uw wet,
het biedt daartegen nauwelijks verzet.
't Zal knagen in het lijf, oud spijt dat blijft
omdat uw haat erin werd ingelijfd.
Kabaal? De taal staat van uw misbaar krom,
het is niet het dat lelijk…
LAIS CCLVII
netgedicht
4.0 met 4 stemmen 106 Het krast het uit. Het is erg aangedaan.
Het knipt de draden door, er komt niets vrij.
Verbanden zonder reden van bestaan?
Zij leeft het uit en het kan daar niet bij.
Het is er niet, er slaapt dood aan zijn zij.
Was het niet meer dan van het lot een gril?
Er was niet eens Parijs, laat staan april.
Het legt zich bij de boeken neer. Ze zei
het…
LAIS CCLVIII
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 100 Donker en rood en traag gaat alles dood
in dit stilmondig begrepen heelal.
Van rot vergeven en van nijd en nood
klemt de mens zich vast in eigen val,
gefnuikte lusten in een tranendal.
Zwart en zacht is de nacht, zonder kabaal:
er hoeft dan niet per woord gedacht. Is taal
de vriend niet die verraadt, en god vertaalt
tot rot dat met zijn woord…
LAIS CCLIX
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 92 Het werd het liefst van al door haar versierd,
niemand anders kon het meer bekoren.
Het werd heelal voor gans haar sterrensliert.
Geheel had het zich aan haar verloren:
het werd haar vod, haar vuil, haar toebehoren.
Het speelde mee dat het haar niet deerde,
veinsde dat het echt alleen begeerde,
dat niets van het haar hemel waardig was,
dat het…
LAIS CCLX
netgedicht
1.0 met 1 stemmen 98 O kwade wijven vol van nijd en spijt,
hoe wrang uw tongen rollen in hun hol!
Hoezeer het schrokken van uw haat u leidt,
dat u zich in uw gal verslikt en bol
uw rode hoofd laat draaien als een tol,
dat zweren van verwijt te barsten staan
in uw bevroren schoot, tekort gedaan
door het wier pen u nu ter dood benijdt,
omdat het u bij leven koud liet…
LAIS CCLXI
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 101 Van achter het masker, uit de gaten,
aan hun git gebonden zijn de woorden,
slaan een laken rond niets dan hiaten,
verwijzende naar verlaten oorden,
pracht van niets waartoe het nooit behoorde.
Lyriek ontkent net zo haar verwoording,
haar zang gaat dwars doorheen elk woordending,
het perforeert elk 'ik' en de persoon.
Maar, bazuin, leg niet…
LAIS CCLXII
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 105 Het wrede ik ontdeed zich van zichzelf
en werd onzijdig het, categorie,
decimaal bestaan, een tien zonder elf,
abstractie van de spiegel, weg van wie
het ziet, zag, gespiegelde reflectie,
beeld in een regel die elk beeld ontkent,
spectraal gezichtsbedrog, het zijn ontwend.
Als haar ogen het tot man herlezen:
tot marteling wordt lust, en vorm…
LAIS CCLXIII
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 88 Nu het zich afwendt van het bestaande,
vindt er vreugde plaats en tijd. Er ontstaat
gelegenheid, ruimte voor wat gaande
is. Het bedachte was slechts wrede daad
want verstokte woorden koesteren haat
voor wat hen van het onbestaande scheidt,
omdat hun zin nooit naar het echte leidt.
Pas wanneer LAIS hen klank en waarde
geeft, laten zij voldaan…
LAISCCLXIV
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 85 De zwaarte is het zwijgen van de steen.
Hemelblauw is hoe zwart in licht verstart:
onbewogen vliedt alles van ons heen
en ruimte laat slechts leegte in ons hart.
Dat onverschil daarbuiten maakt ons hard
en iedereen draagt maskers dag en nacht.
Het water waar de maan in straalt en lacht
de bleke bodem lokt, maar 't licht is koud:
LAIS is huiveringwekkende…
LAISCCLXV
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 124 Van het gebeuren meende het dat het
geschapen was, en van die schepping dacht
het zelf het doel en de betrachting, ja, hét
van het te zijn. Tot plots, o stille dag,
gezegend uur, toen het het echte zag.
Het echte heeft geen naam en ook geen doel.
Het echte is niet iets, niet eens gevoel
dat je in rust alom ervaren kan,
met het gebeuren mee van…
LAIS CCLXVI
netgedicht
4.0 met 1 stemmen 94 ” Wenn es Abend wird,
Verläst dich leise ein blaues Antlitz.”
Trakl, Verklärung
Blauw, violet met purperen vruchten
vouwt de avond zich langzaam de handen
en vogelzang waart weids door de luchten.
Streng de nacht bekruipt de trage wanden
en zon bloedt uit in wazige randen.
De peulen der graven barsten open
in het wit van de maan. Lijken lopen…
LAIS CCLXVII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 124 “Schlaf und Tod, die düstern Adler / Umrauschen nachtlang dieses Haupt”
Georg Trakl, Klage
Slaap en dood, uw zwarte zeilen ruisen
en vermalen worden 's nachts in het hoofd
woorden tot korrels, letters tot gruis en
buiten stormt het Niets, stom als beloofd:
koud en stil wordt het leven weg geroofd.
Lijven rijten open op de tanden
van…
LAIS CCLXIX
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 95 November. Verlangen werd gehunker.
Zwart zijn de wieken van het gedane.
De schriele gestalte in de bunker
vermaakt zich met wentelen in wanen.
Het is verdriet, maar dan zonder tranen,
bedrog als gevolg van de belofte,
doos voor het andermaal verkochte,
liefde verstrikt in het haten van toen,
lust met de wansmaak van het bezochte.
Hoe…
LAIS CCLXX
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 85 December. Bomen staan naakt en bevrijd.
De huizen glimmen en de spin gaat dood.
De kale maan houdt niet van narigheid:
zij wil haar aarde echt en recht en bloot.
De zon loenst schuin, zijn gluren is van lood.
De mens loopt krom, kop in de kast en koud
zijn de gedachten, lelijk, dom en oud.
Niemand heeft haar licht gezien. Hier ging zij…
LAIS CCLXXI
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 87 In het verdroogde oord van dit bestaan
horen mensen hun naam, en ze steken
een licht aan, jaren nog van hen vandaan:
gekromde stralen geven letter-bleke
schijn van wat nu handig wordt ontweken.
Die ster blijft staan, als eindelijk eens iets
echts in dit onwezenlijk verhaal. "Past
jouw hand niet in de handschoen van dat niets?".
"Is dit dan hoe…
LAIS CCLXXII
netgedicht
3.5 met 2 stemmen 80 In de droom van de daden, de wilde
stroom van het echte, waren de dagen
nog vol zon en velden. Die verkilden
onder de wet van strakke wil, jagend
naar de hoogste winst, het nu verdagend
tot ooit, een hier of daar of dan maar nooit.
’t Verleden dat zichzelf nu droomt was ooit
daad die het vlak van nood en wet doorbrak.
De schim die nu met verlangen…
LAIS CCLXXIII
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 86 De steen der wijzen is een dode klomp.
Een hart van goud dat sterft, wordt weer orgaan
dat in het lichaam klokt, slokt, blind en lomp.
De hemel is een dunne laag bestaan
in ’t leeg heelal dat ons is aangedaan.
De groene nijd bevrijdt met nijpend zuur
de winst uit onze lijven en elk uur
verschrijft men vast tot data in metaal.
De mens verkoopt…
LAIS CCLXXIV
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 90 Er is geen god die slechts voor ons bestaat.
Er zijn geen wetten die ons leiden kunnen.
Er is geen vijand, geen duivel die ons haat.
Er zijn geen woorden die ons redden kunnen.
Er is leed dat wij met wrok verdunnen.
Er is nijd die nijpt in onze billen.
Er is weelde die wij blind verspillen.
Er is de schoonheid in de lelijkheid.
Er is een zucht…
LAIS CCLXXV
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 76 Als de dag sterft, in de klem van de nacht,
zal het als een ster verschijnen, minnaar
van haar al. Rood kleurt het haar wangen, zacht.
Het licht is jurk, glijdende zijde daar
waar haar oker zich onthult: huid, gebaar
van haar, één glimp ervan geeft het bescheid.
Het laat zich door haar leden leiden, scheidt
hemel van aarde, water van hel…
LIED
netgedicht
2.0 met 1 stemmen 90 In het duister kan ik wonen,
in het duister kom ik thuis.
Geen wrange woede daar,
geen tieren dat rond mij komt staan.
In het duister kan ik wonen,
in het duister kom ik thuis.
Geen woest vervloeken daar,
geen fel gebaren dat mij dood wil slaan.
In het duister neemt het duister
al de koude weg uit mij.
In het duister speelt het duister…
LAIS CCLXXVI
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 88 'Dag jij', zegt het en het kust de parel
in de leugen die zich sluit. Het draait om
en om de eigen droom, een opstand, rel,
een vlechtpartij, het voelt zich heerlijk dom
en slecht want dit gaat naast de waarheid om.
Die ochtend dan. Zij blijkt ook echt te bestaan,
haar lach is goud, de zon blijft er in staan.
Er is de nevel van haar zijden kleed…
LAIS CCLXXVII
netgedicht
1.0 met 1 stemmen 84 Badplaatspromenade, noorderwind. Schril
als de meeuwen krijst haar stem. Nijd brandt
haar zuur in de slokdarm. Het slikt haar wil
die met naaldhakken klakt. Het nijpt op zand
dat stuift uit de hand. De tijd is een wand
met tongen aan de andere kant. Niets
gaat nog open, dit licht is van kant. Iets
heeft de schoonheid als van papier verbrand.…
LAIS CCXXIX
netgedicht
3.3 met 3 stemmen 87 Het wil schoonheid schoonheid laten raken
wimpers zien langs lippen glijden, het oog
stormstil, het lichaam zee, de ziel een baken:
beweging wil bereiken dit betoog.
Zij is moment waarin het nu bewoog,
straal waarin het licht zichzelf betekent,
stroom die zich in de stroom vanzelf herkent,
parel in het wak van het verlangen,
geheim dat met een…
LAIS CCLXXX
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 96 Het is als ruimte buiten elk bereik.
Het is een vallen vallend zwart in zwart.
Het was gebaar, het smelt als sneeuw tot slijk.
Het is een woord dat niets tot lid verhardt.
Het wordt gezegd, gedicht: een het is hard.
Het wordt gebruikt als stoplap van bestaan.
Het regent, het gaat, het wordt niet gedaan.
Het zocht begin dat nooit begonnen was.…